Ian Curtis wil aan het verstikkende leven in een klein Engels stadje in de seventies ontsnappen. Net als zijn muzikale idolen David Bowie en Iggy Pop, sluit hij aan bij een band. Zijn muzikale ambities werpen al gauw vruchten af. De angsten en gevoelens die zijn muziek voeden, beginnen echter al snel aan hem te knagen. Ian verzaakt zijn rol als echtgenoot en vader van een dochter omwille van een nieuwe liefde en de groeiende aspiraties van zijn band. Die spanning speelt zijn gezondheid parten. Bovenop zijn schuldgevoel en depressie krijgt hij ook nog eens af te rekenen met epilepsie. De man bezwijkt onder het gewicht dat op zijn schouders rust en wordt verteerd door zijn gekwelde geest.